Tatragebergte, Polen 2009
Printversie

Bergwandelen in Polen. In Polen? Hebben ze daar bergen dan?


(klik op de kaart voor vergroting)

Jazeker, de Karpaten lopen van Polen tot in Roemenie. Twee jaar geleden hebben we in het zuidelijke deel gewandeld: de Transsylvanische Alpen in Roemenie. Dit jaar bezoeken we de noordelijke punt van de Karpaten: het Tatragebergte op de grens van Polen met Slowakije. Dinsdag 21 juli vliegen we via Warschau naar Krakow. Vandaar met de bus naar Zakopane: h?t beginpunt voor de Poolse Tatra. Als we Zakopane inrijden zien we een heel kleine camping aan de weg. De bus rijdt door tot het bruisende centrum van deze toeristenplaats.

Eenmaal uitgestapt probeert half Zakopane ons een kamer (Pakoje) binnen te lokken voor de nacht, maar we gaan na enige omzwervingen terug naar de eerder genoemde camping. Iets verderop is ook een benzinestation waar we de flessen voor onze brander kunnen vullen. Op de camping staat ook een Pool (die overigens in Nederland werkt als schoonmaker). Hij is net uit de bergen komen rollen, waar hij al menig vakantie heeft doorgebracht. Van hem krijgen we een hoop informatie over de mooiere routes door de bergen. De hele Tatra is nationaal park en hoewel het niet is toegestaan om wild te kamperen, doet onze Pool dat altijd. Voor ons een geruststelling, want wij zijn niet anders gewend. Van hem krijgen we ook te horen dat de grensovergangen met Slowakije geen enkel probleem meer opleveren. Enkele jaren geleden was dat heel anders.

Dag 1

Vol goede moed gaan we deze morgen op stap. Het is stralend weer en al erg warm. Na wat laatste boodschappen bereiken we de rand van Zakopane en ??n van de ingangen van het nationaal park. Zoals in de documentatie was aangekondigd, wordt entree geheven (het is maar een paar Zloty?s) voor het onderhoud van het park. Wel erg veel mensen hier. Na een vrij steile klim komen we in een bosrijk gebied. We raken de dagjesmensen meer en meer kwijt, zodat het berggevoel alweer langzaam bovenkomt. Het is vakantie, dus sloven we ons vandaag niet al te erg uit. Als we, iets naar beneden, een riviertje horen stromen, dalen we een stukje af en vinden op de steenbedding een prachtig plekje om de tent op te zetten. Ons eerste illegale kamp. We hebben net een nieuw tentje van een type wat alleen in de kleur oranje te krijgen was. We betreuren deze aankoop in hoge mate, want oranje valt toch wel erg op. We worden echter met rust gelaten.

Dag 2

Alweer mooi weer. De wandeling voert ons voorlopig nog even door bossen, meestal naaldbomen. We komen ook hele stukken tegen met afgestorven dennen. Waarschijnlijk is dit veroorzaakt door kevertjes als de dennenscheerder. We zijn onderweg namelijk regelmatig vangbakken voor deze beestjes tegengekomen.

Na de middagstop aan een prachtige bosbeek komen we in de buurt van een parkeerplaats en lopen we op het heetst van de dag een paar kilometer langs een weggetje. Auto?s zijn er niet, maar wel honderden dagjesmensen, te voet of aangevoerd met paard en wagen. Het is alles wat we juist proberen te vermijden.

Als je maar heel weinig mensen tegenkomt is iedereen vriendelijk, groet je elkaar en knoop je vaak even een praatje aan (waar komen jullie vandaan een waar gaan jullie heen). Naarmate er meer mensen op pad zijn houdt het groeten op, kijken de mensen chagrijniger en loopt iedereen elkaar straal voorbij.

Gelukkig kunnen we spoedig weer een zijpad bergopwaarts nemen en wordt het weer wat rustiger. We kamperen weer aan een riviertje in het bos en camoufleren het tentje enigszins door het donkergroene grondzeil over de tent heen te spannen. Op rotsblokken in het water zien we een paartje dippers, een klein vogelje, op en neer wippen.

Dag 3


Al weer een stralende dag. Vandaag gaan we voor het eerst wat serieus hogerop. Als we de bossen ontstijgen passeren een mooie waterval die de trekpleister van heel wat dagjesmensen blijkt te zijn. Daarachter bevinden zich een paar bergmeren en dat is dan tevens het eindpunt voor veel mensen. Daarna wordt het rustig.

Na enig zoeken vinden we een pad wat ons naar een bergpas voert die de grens vormt met Slowakije. Dit pad is als een secundaire route aangegeven op onze kaart en er zijn dan ook weinig of geen markeringen. Maar het pad spreekt voor zich. Naarmate we hoger komen krijgen we een prachtig uitzicht over de meertjes die we zijn gepasseerd.

Boven op de top van de pas staat het eerste Slowaakse merkteken. Ze maken hier hele kunstwerken van de bewegwijzering. Maar deze is wel wat obsceen. Ze hebben hem waarschijnlijk daarom ver van de meest populaire routes neergezet.

Een paar jaar geleden was het nog niet toegestaan om zomaar de grens te passeren, maar nu zijn er diverse plaatsen waar de paden gewoon doorlopen. Daarmee zitten we nu dus in Slowakije. We hadden een Pools woordenboek meegenomen, maar niets van Slowakije. We leren echter snel dat goedendag in het Pools 'Djen Dobre' is en in het Slowaaks 'Dobre Djen'. Dat valt dus reuze mee.

Het is nu ineens een heel stuk rustiger en we komen nauwelijks nog mensen tegen. Zo dalen we weer af naar een bosrijk dal waar we lekker vroeg aan een prachtig riviertje een ideaal kampeerplekje vinden. Er is hier vaker gekampeerd, want er hangt nog een vergeten scheerlijn als waslijn tussen de bomen.

Dag 4

Het pad voert ons vandaag weer over een bergpas. We lopen door een dal wat er als een prachtige bloementuin bijligt. We komen de hele ochtend geen mensen tegen. Pas als we bijna boven zijn, komen de ons de eerste wandelaars tegemoet. We lopen ook een paar stappen over sneeuw en zien de eerste marmotten. Als we net over de pas zijn begint het harder te regenen. Als het noodweer echt losbarst trekken we, natuurlijk weer te laat, toch maar onze regenbroeken aan. Hoewel even later de zon weer doorbreekt, blijven de buien elkaar opvolgen. In het volgende dal ligt een hotel aan een prachtig meer. Het is nagenoeg onmogelijk om daar in de buurt een rustig kampeerplekje te vinden, zodat we, natgeregend als we zijn, besluiten in het hotel te slapen. Daar drogen we onze spullen, genieten van een warme douche en gaan lekker uit eten. Heel decadent voor ons doen, maar wel lekker. En het is allemaal heel goedkoop.

Dag 5

De hele nacht vallen er plensbuien en tijdens het ontbijt regent het nog steeds. Na een groot brood van het hotel te hebben gekocht trekken we onze regenkleding aan, maar dan wordt het toch zo ongeveer droog. Het is een steile klim over een slingerpad uit het dal vandaan. Regelmatig zien we een regenboog verschijnen. Het is beneden dus toch niet erg droog. Halverwege komen een paar hardlopers ons voorbij rennen en een kwartier later komen ze alweer op de terugweg vanaf de top voorbij. Ze zijn aan het trainen voor een of andere malle wedstrijd. Trouwens wel een manier om warm te blijven, want er staat een gure wind.

Eenmaal op de top hebben we een heel gelijkmatige afdaling langs de zuidzijde van de bergkam. Het uitzicht is op de Lage Tatra in de verte, landbouwgrond ervoor en dichtbij de beboste helling van de Hoge Tatra. Of zo erg bebost is het niet meer: op 19 november 2004 heeft een verwoestende orkaan zo'n 13000 ha. bos aan de zuidkant van de Hoge Tatra met de grond gelijk gemaakt. Het zal nog decennia duren voor de natuur zich hersteld heeft. Nog steeds zijn houthakkers bezig hout op te ruimen.

Intussen lopen we door grote velden dwergdennen en komen langs een erg lelijk hotel, waar onze dochter twee weken later toevallig een nacht zal doorbrengen. Daarna dalen we nog een eindje af naar een dicht bos en vinden in de buurt van een beekje een kampeerplekje. We zetten de tent op achter een groot rotsblok, wat ons aan het oog onttrekt van andere wandelaars en boswachters en zo. Wel hebben we gezelschap van 100.000 mugjes, maar die zijn erg lui vandaag, zodat we weinig last van ze hebben.

Dag 6

We moeten onze levensmiddelenvoorraad weer een beetje aanvullen. Daarom gaan we vandaag naar Stary Smokovec. We raken spoedig uit het bos en komen dan in een gebied wat helemaal ontbost is door de genoemde storm. Wel bloeien er prachtige wilgeroosjes en, nog mooier, massa's frambozen en blauwe bessen. Heerlijk.

Stary Smokovec is een klein, maar populair wintersportgebied. Het bestaat voor het grootste deel uit grote hotels. De grootste en meest luxueuze schijnen te zijn gebouwd ten tijde van het communistische bewind. Partijbonzen uit de Sovjet Unie kwamen hier in groten getale wintersportvakantie vieren. Gewone burgers mochten in dit gebied niet komen onder het mom van bescherming van het ecosysteem.

We vinden een klein winkeltje waar we brood, kaas, een pak melk, makreel in blik en een zak pruimen kopen. Melk en pruimen worden meteen soldaat gemaakt en het blikje makreel later tijdens de lunch. Gewoon decadent, zoveel lekkernijen op 1 dag.

Na nog een half litertje benzine te hebben gehaald voor onze brander gaan we weer snel bergopwaarts. Het is veel te warm hier beneden. Eerst langs een spoorlijntje (voor wintersporters en luie toeristen) en daarna door een 'voormalig' bos komen we bij een erg groot en toeristisch hotel aan. Je kunt er ook autopeds huren om weer mee naar beneden te scheuren. Kortom iets te mondain voor ons en we lopen gauw verder. De wandelroute blijft erg druk. We willen in deze buurt kamperen en als even verderop het pad van de rivier afbuigt lopen wij 'stiekem' rechtdoor en vinden een paar honderd meter verderop een fantastisch plekje om onze tent op te zetten. Geen mens meer gezien.

Dag 7

Het zit de volgende morgen zo heerlijk in het zonnetje op de rotsblokken midden in het riviertje dat we pas tegen 12 uur weer op stap gaan. We maken er een korte wandeling van: rond 4 uur (met een tussenstop van 1 uur) komen we boven in het dal bij een paar bergmeren, waaraan een lekker klein en primitief hotel/jeugdherberg staat. Het is niet mogelijk ongezien in de buurt te kamperen dus nemen wij onze intrek hier. Het is al aardig druk bezet, maar we kunnen nog een stapelbed bezetten in een slaapzaaltje met 24 bedden. Later komen er nog meer gasten, maar die mogen in de eetzaal slapen. Al met al zijn er dan denk ik wel 60 gasten.

Voor het eten maken we nog even een rondje om de meertjes en horen en zien 4 marmotten over de rotsen scharrelen. Op het eind van ons rondje zien we een bordje dat we daar helemaal niet mochten lopen. Nou ja, te laat.

Als diner hebben we de keuze uit goulash en iets met kn?del. Dit laatste kiezen wij en dat blijken zoete broodje met jam te zijn met een chocoladesausje erover. In Oostenrijk heten ze germkn?del. Nog best lekker ook. We eten samen met een gepensioneerde Engelsman die hier in zijn eentje rondzwerft. Min of meer in de voetsporen van zijn vrouw die een jaar geleden is overleden aan kanker en veel in dit gebied is geweest met een vriendin. Al natafelend drinken we bier, thee met rum en tenslotte slivovitsj, zodat we rond half elf lichtelijk aangeschoten in ons stapelbed klimmen (3 hoog: valt niet mee). Buiten stortregent het dan.

Dag 8

Als we vroeg in de morgen rond 7 uur opstaan (uitslapen zit er natuurlijk niet in op zo'n slaapzaal) is het prachtig weer. Na het ontbijt maken we nog even een praatje over de bevoorrading met de uitbater. In het hoogseizoen blijken de elke dag met drie man een tocht naar beneden te maken. De hoeveelheid die ze per keer meenemen is heel wat meer dan onze rugzakken van 15 tot 18 kg. We hebben ze zien lopen met een bierfust op de rug met daarbovenop een aantal kratten gestapeld tot een meter boven hun hoofd. Tocht kost de overnachting inclusief diner en ontbijt maar 20 Euro.

Onze Engelsman gaat als eerste op stap. Even later vertrekt een hele groep en een tijdje later gaan wij ook op pad. Het duurt niet lang of we hebben de hele zaak weer ingehaald. De Engelsman heeft een verkeert pad genomen en raakt shocking klem op een rotswand. De rest ging er braaf achteraan. Met een hoop moeite kan iedereen zich weer op rechte pad manoeuvreren. "Never trust an Englishman", is het droge commentaar van onze vriend.

Na een half uurtje neemt iedereen een ander pad en zijn we weer alleen (behalve een vrij tamme gems). Langs een steile helling gaan we door een hoge bergpas op 2376 meter. Dan weer bergafwaarts een mooi bloemendal in. Veel blauwe bessen stellen ons fruithapje weer veilig.

Als het pad het bos induikt, is het weer nogal somber geworden en onze stemming ook een beetje. We gaan van het pad af en steken het riviertje over. Daar vinden we op een driesprong van riviertjes een vochtig kampeerplekje en zetten onze tent op. Als we later wat op verkenning uitgaan vinden we een aantal bospaadjes die we in verschillende richtingen een eind inlopen. Lang ??n van de paadjes zien we een hoopje mest wat we aan een beer toeschrijven. Dan kijk je toch telkens wat beter om je heen.

Dag 9

De volgende morgen worden we in ons tentje wakker en zijn dus niet door beren opgegeten. Het is prachtig weer. We nemen een klein bospad wat we gister hebben verkend en steken zo via een korte route over naar een andere wandelroute die weer bergopwaarts gaat. De hoge vegetatie is nog kletsnat en onze broek binnen de kortste keren ook. Weer te laat aan de regenbroek gedacht. Ook hier weer stukken dood bos. Overal staan vangbakken voor kevertjes (dennescheerder?). We maken er ??n open en maken er een foto van.

Als we weer op de offici?le wandelroute aankomen gaat het bergopwaarts tot aan een picknickplaats. Naast houten beelden van 2 beren staat hier staat een informatiebord over beren die in de bossen van dit dal voorkomen. Gister toch goed gezien denk ik.

We hebben ons oog laten vallen op een zijpad naar een meertje een paar kilometer verderop. We weten niet of het is toegestaan, maar we kruipen onder een slagboom door en hebben daarna een mooie wandeling van anderhalf uur naar het bedoelde meertje. Dit blijkt op een prachtige plaats te liggen, aan 3 kanten omsloten door hoge bergen. In het hele dal is niemand te bekennen en we zetten ons tentje op aan het riviertje wat de uitgang van het bergmeertje vormt. Het is nog vroeg in de middag en we genieten in de zon van het schitterende plekje en de bloemenzee om ons heen. Als 's avonds de zon achter de bergen verdwijnt klimmen we een eind bergopwaarts en kunnen zo nog een half uur langer van het prachtige uitzicht over de roze en paars oplichtende bergen genieten.

Dag 10

Waarom zijn we hier niet een dagje langer gebleven? Geen idee. Zo lopen we weer terug naar de splitsing van gister en lunchen weer bij de picknickplaats met de houten beren. Ons pad loopt vanaf hier voorlopig niet langs een rivier. Volgens de kaart kruisen echter nog een paar beekjes ons pad zodat we geen water meenemen. Weer lopen we door een ware bloementuin. Aangekomen bij de beekjes blijkt dat ze beide opgedroogd zijn. Het is gelukkig niet erg warm dus we vallen voorlopig niet om. Zo bereiken we weer een bergpas. Het gesteente is hier nogal groen en zal wel koper bevatten. De bergtop in de buurt heet Kopske Sedlo. Mogelijk betekent dit Koperberg? We eten als lunch crackers met kaas: geen soepje en water erbij vandaag.

Hierna steken we de witte Tatra (Belianske Tatra) over naar het dal Monkova Dolina. Ook hier vinden we eerst geen water. Wel eerst een vieze plak sneeuw. Pas halverwege het dal begint weer een beekje te stromen. Het pad is behoorlijk stijl en we hebben medelijden met de mensen die nu nog omhoog lopen. Vlakke kampeerplekjes zijn hier niet te vinden. We dalen dus helemaal af en pas in het dal vinden we aan de rivier Biela een kampeerplekje. Dit is tevens onze laatste afdaling geweest. Een handige aansluiting op een andere route is hier niet en we hebben geen puf meer om naar een ander gebied te reizen voor nog meer klimwerk.

Dag 11

We zijn nu vlak bij Zdiar waar we de bus naar Zakopane willen nemen. Na een laatste 'wilde' koffiestop aan de rivier, lopen we Zdiar binnen. In een souvenirwinkel kopen we postzegels en kunnen dan eindelijk de ansichtkaarten op de bus doen. We bezoeken nog een klein museum wat vooral gericht is op kleding en textiel productie. We passen ook nog wat wollen truien van ruwe wol, maar die passen niet.

Net na het middaguur gaat de bus en anderhalf uur later zijn we weer terug in Zakopane. We zoeken weer dezelfde minicamping op van de vorige keer en zetten ons tentje op. Daarna gaan we nog even toerist spelen in Zakopane.

Dag 12

Vandaag pakken we de bus terug naar Krakau. Dat heeft nog wat voeten in de aarde: Gewoon bij de bushalte staan is voor de chauffeurs geen reden om te stoppen. Je moet zo ongeveer voor de bus springen om duidelijk te maken dat je mee wilt. Achteraf helemaal niet erg, wat de gemiste bus was propvol. We lopen dus maar richting centrum en zien nog een bus richting Krakau aankomen. We zwaaien naar de chauffeur en deze stopt wel, terwijl er niet eens een bushalte is. In deze bus zit slechts 1 andere passagier. Het is heel druk op de weg, maar we scheuren alle files en opstoppingen voorbij over invoegstroken en parallelwegen.

Heelhuids komen we in Krakau aan. Daar gaan we de volgende uitdaging aan: de bus naar Oswiecim (Auschwitz). Deze rit gaat via een minibusje met 19 krappe zitplaatsen, terwijl er meer dan 25 passagiers zijn. Vervolgens stopt de bus in Krakau nog bij diverse bushaltes waar steeds meer mensen instappen. Tenslotte zitten er denk ik wel 35 mensen in. Dankzij een groep jonge Amerikanen is het evengoed erg gezellig.

Bij Auschwitz gaan we in een hotel. Morgen willen we het kamp bezoeken. We gaan deze avond met de bus naar het centrum van de stad om te eten. Er staan een paar mooie grote kerken waar de mis net begint. In twee kerken schuiven we een tijdje aan. Helaas kunnen we niets het Pools verstaan, zodat we na een tijdje maar weer stiekum wegschuifelen. Na het eten gaan we lopend langs de rivier de Wisla weer terug naar het hotel.

Dag 13

Deze dag bezoeken we het kamp Auschwitch/Birkenau. Natuurlijk hadden we hierover al veel gelezen, gehoord en gezien. Maar hier rond te lopen maakt een diepere indruk dan je voor mogelijk hield. Dagen, weken achtervolgen je de beelden die je hier gezien hebt.

's Avonds nemen we een hotel in Krakau. Rinske is vandaag jarig, dus gaan we lekker uit eten.

Dag 14

Gisteren hebben we een Ier getroffen die een sneltour van 3 dagen door Polen maakt. De zoutmijnen van Wieliczka mogen we absoluut niet missen volgens hem. Zo staan we om half negen voor het hotel op een busje te wachten wat ons daarheen zou brengen. Dit komt 3 kwartier te laat (autopech of zoiets), maar ach: we hebben vakantie.

"De zoutmijn Wieliczka staat op de UNESCO-lijst van Werelderfgoed. Het is een van de oudste mijnen ter wereld die nog steeds in werking zijn, onafgebroken vanaf de 13de eeuw. Een ondergrondse route van 3,5 km leidt door een ongelooflijke wereld van zouten gangen, kamers en zalen met unieke beelden. Het meest aantrekkelijk is de H.Kinga Kapel op een diepte van 101 meter, gebeeldhouwd in het stenen zout tot en met kroonluchters van zouten kristallen en standbeelden van het grijze zout. In de mijn is een sanatorium actief. In het museum is een expositie van werktuigen en documenten die de geschiedenis van de mijn weergeven.", aldus http://nl.polandforall.com. Ik had het niet mooier kunnen vertellen.

's Middags bezoeken we nog het mooie centrum van Krakov, zeker de moeite waard. Daarmee besluiten we onze Polen/Slowakije vakantie: morgen vliegen we weer naar huis.